Posts tonen met het label feminisme. Alle posts tonen
Posts tonen met het label feminisme. Alle posts tonen

dinsdag 28 mei 2013

CALL FOR PAPERS // De feministische verbeelding van een andere wereld

Tijdschrift voor Gender Studies

De feministische verbeelding van een andere wereld

“Another world is not only possible, she's on the way and, on a quiet day, if you listen very carefully you can hear her breathe,” sprak Arundhati Roy tijdens een toespraak op het World Social Forum in Porto Alegre in 2003. Het nieuwe millennium bracht nieuwe dromen en visies op een meer rechtvaardige samenleving en globale orde met zich mee: de alterglobaliseringsbeweging die aan het einde van de 20ste eeuw ontstond, de politieke omwentelingen in de Arabische wereld of de Occupy! beweging. Van revolutionaire ontwikkelingen tot kleinschalige lokale initiatieven, en bewegingen die zich uitdrukkelijk buigen over hoe de ‘transitie’ van deze samenleving naar een andere wereld mogelijk is (zoals de Transitiebeweging).

In dit themanummer willen we de hedendaagse feministische verbeelding van de toekomst centraal stellen. We stellen vast dat feministen de afgelopen jaren veel energie in kritiek staken, en dat de verbeelding die verbonden is met die kritiek wel eens meer uitdrukkelijk aan bod mag komen. We zijn geïnteresseerd in de feministische verbeelding van de toekomst die zich vormt zowel binnenin en als in kritische afstand tot de genoemde protestbewegingen en hedendaagse dromen en visies van een andere toekomst. We zijn tevens geïnteresseerd in feministische visies en organisaties die op een meer autonome manier die andere wereld trachten vorm te geven. Meer dan dertig jaar na Joke Smits gedicht ‘Er is een land waar vrouwen willen wonen’ willen we in dit themanummer aandacht besteden aan de hedendaagse feministische verbeelding van een rechtvaardige samenleving. Die verbeelding gaat over feministische utopieën maar laat er zich niet toe beperken: zoals Roy suggereert, zijn er stukjes ‘andere wereld’  tastbaar in het hier en nu.

We zijn op zoek naar bijdragen die zich met deze uitgangspunten willen engageren, en die op verschillende thema’s kunnen ingaan, zoals (maar niet noodzakelijk beperkt tot:)
  • feministische visies binnen de alterglobaliseringsbeweging, Arabische lente, Occupy, etc. waarbij niet enkel de dimensie van kritiek centraal staat, maar vooral wat een feministisch engagement of verbeelding binnen die bewegingen tot stand brengt
  • de ethische vraag: wat is een post-patriarchale verbeelding van het goede leven?
  • de relatie (feministische) kritiek- verbeelding
  • de artistieke verbeelding van ‘andere werelden’
Themaredacteuren: Sarah Bracke en Anne-Claire Mulder

Opzetten voor (gerefereerde) artikelen of voorstellen voor korte opiniebijdragen graag voor 1 juni 2013 naar redactiesecretaris Carin Heijegers: redactie[a]tijdschriftgenderstudies.eu

Voor auteursaanwijzingen zie het TvGS online.

donderdag 16 mei 2013

Het (feministische?) fenomeen Amanda Palmer: de punkkoningin van de provocatie.



De Amerikaanse muzikante en voormalige street perfomer Amanda 'Fucking' Palmer is niet vies van enige controverse: de vroegere leading lady van de punk cabaretband The Dresden Dolls schopt immers graag tegen de schenen van de goegemeente en provoceert steeds met passie. Haar flamboyant gedrag op en naast het podium, tezamen met haar heel eigen opvallende ideeën over het hedendaagse feministische denken, zorgen ervoor dat de meningen over deze artieste – zeker binnen feministische kringen – vaak uiteenlopen.

Zo kwam Palmer deze zomer bijvoorbeeld nog in opspraak toen bleek dat ze met haar revolutionaire
Kickstarter-project – een website waarop bands en muzikanten hun muziek rechtstreeks kunnen laten financieren door hun fans – maar liefst 1.2 miljoen dollar had opgehaald voor haar nieuwe album Theatre Is Evil. Op zich lijkt dit niet zo heel problematisch te zijn – crowd funding zorgt er immers voor dat het geld van muziekfans rechtstreeks bij de artiest in kwestie terecht komt en niet aan de vingers van op geld beluste managers blijft kleven – maar de Amerikaanse media vroegen zich terecht af of Palmers marxistische en DIY-attitude wel te verzoenen viel met het ophalen van zo'n ontzettend gigantisch bedrag. Daarnaast viel het bij vele fans en professionele muzikanten ook niet in goede aarde dat Palmer onder haar fans muzikanten ronselde om gratis op te treden tijdens haar wereldtournee.

Palmer besloot nadien gelukkig om al haar muzikanten te betalen, en krabbelde na dit incident meer dan gewoon maar recht, omdat ze door heel deze controverse werd uitgenodigd om
een TED-talk te verzorgen waarin ze onder meer inging op haar radicale – maar inspirerende – ideeën over crowd funding en de muziekindustrie.

Niettemin kwam ze onlangs nog maar eens in opspraak nadat ze op haar blog een gedicht met de – volgens sommige offensieve want te empathische titel –
A Poem For Dzhokhar plaatste. Als geboren en getogen Bostonian, wou ze als artieste haar emoties delen over de recente bomaanslag in Boston, maar vele van haar critici (maar ook fans) vonden dat ze met dit gedicht de grenzen van de goede smaak ver overschreed.

Dit maar om te tonen dat Palmer – zelfs meer dan Madonna – de titel van koningin van de provocatie verdient. En dit is zeker zo als het op Palmers verhouding met het feminisme aankomt: hoewel ze zelf steeds het gevecht aangaat met de absurde schoonheidsidealen die gelden binnen onze maatschappij en de muziekindustrie in het bijzonder, blijkt uit interviews dat ze toch niet zo tuk is op het politieke feminisme. Daarnaast stuitte één van haar meest recente muzikale projecten met indiemuzikant Jason Webley, Evelyn Evelyn genaamd, heel wat feministen (en de groepering
Feminists With Disabilities
in het bijzonder) tegen de borst: Palmer en Webley traden tijdens hun muzikale acts namelijk op als een Siamese tweeling, die zogezegd uit een freakshow gered waren door Palmer en Webley. Deze paternalistische gimmick ging voor velen net iets te ver.

Uit dit alles blijkt dus dat provocatie centraal staat in het muzikale werk van Amanda Palmer, maar betekent dit ook dat ze louter provoceert om te provoceren? En moeten we haar dan meteen een postfeministe noemen omdat ze vooral lijkt te willen opvallen en tegelijkertijd erg kritisch is voor bepaalde vormen van feminisme? Of gaat er onder het laagje – of zeg maar dikke lagen – van provocatie en rebellie toch nog een andere Palmer schuil die wel aandacht heeft voor gender en feministische kwesties?

In onderstaand (Engelstalig) artikel probeer ik door middel van een introductie op Palmers oeuvre en haar voorliefde voor het Brechtiaanse Verfremdungseffekt een andere, misschien wel meer feministische kant van deze artieste te tonen...

woensdag 10 april 2013

Vrouwenlevens wereldwijd – verbintenissen in een web van postkoloniale en kapitalistische ongelijkheid.

 
21 september 2012. Actievoerders vielen flauw voor de H&M winkel in de Brusselse Nieuwstraat. Met deze actie wilde de Schone Kleren Campagne de aandacht vestigen op het massaal flauwvallen van werknemers in textielfabrieken in van H&M, Zara, Gap en Levi Strauss in Cambodja.

De Morgen van dinsdag 27 november 2012 besteedde heel wat aandacht aan het drama dat zich de dag ervoor in Bangladesh afspeelde, en zich feitelijk nog steeds afspeelt. Je zult je de berichtgeving wellicht nog herinneren: in Dhaka vielen er 112 doden bij een brand in een textielfabriek waar de leidinggevenden niet de nodige maatregelen hadden getroffen om brandveiligheid te garanderen. De schrijnende werkomstandigheden werden met deze ramp pas echt goed duidelijk: naast gebrekkige brandveiligheid en slechte werkomstandigheden weigert de kledingindustrie in Bangladesh haar in totaal ruim 4 miljoen werknemers van een waardig inkomen te voorzien. Terecht wees hoofdredacteur Yves Desmet daarop in zijn redactionele standpunt de hele textielindustrie met de vinger om haar businessmodel waarin “meer op lage prijs dan op kwaliteit gespeeld wordt. Niet alleen de kwaliteit van het kledingstuk, maar ook de kwaliteit van de omstandigheden waarin het gemaakt wordt.” Desmet legde hierbij de nadruk op de verantwoordelijkheid van zowel kledingbedrijven als die van individuele consumenten: “Want we weten eigenlijk verdomd goed tegen welke menselijke kostprijs dat soldenkoopje in onze handen is gevallen.”    

maandag 8 april 2013

Lees deze maand gratis het tijdschrift Feminist Review


Palgrave Macmillan geeft tijdens de maand april iedereen de kans om gratis rond te snuisteren in al z'n academische tijdschriften. Je moet je wel eerst registreren via deze link.
 
Enkele aanraders zijn Subjectivity, een transdisciplinair tijdschrift dat zich richt op artikels die de diversiteit aan menselijke ervaringen weergeven;  Psychoanalysis, Culture & Society, waarin vaak feministische thema's aan bod komen; het recentelijk opgerichte tijdschrift  Interest Groups & Advocacy; en Feminist Review, dat nog steeds één van de meest interessante intersectionele feministische tijdschriften van het moment is.

Op de site van Feminist Review zijn sinds kort overigens ook alle boekbesprekingen gratis te raadplegen, en ook de laatste editie van het tijdschrift waarin gefocust wordt op gegenderde analyses over water, migratie en het klimaat, ziet er boeiend uit.

Wie dus nood heeft aan wat extra feministisch leesvoer, weet dus waarheen!

maandag 11 maart 2013

Interview met Ellen Billiet - Initiatiefneemster van de Feministische Blog

Dit interview, door Keltoum Belorf, werd op vrijdag 8 maart 2013 gepubliceerd op De Wereld Morgen in het kader van de 'week van het feminisme'.

Ellen Billiet 19, is studente filosofie aan de VUB en oprichtster van een feministische blog. Op haar twaalfde begon ze feministische boeken te lezen en een hele wereld ging voor haar open. Eindelijk vielen de puzzelstukken in elkaar en vond ze antwoorden op de vele vragen die ze zich als kind altijd stelde. In dit interview met DeWereldMorgen.be legt ze uit wat haar drijft.

foto door: Jonas Vincken
Hoe ben je feminist geworden?

Ellen: “Ik ben een nieuwsgierige persoon en heb altijd al veel gelezen. Toen ik dus op mijn twaalfde eindelijk boeken mocht uitlenen in de volwassenenafdeling van de bibliotheek, begon ik mijn ontdekkingstocht door de verschillende categorieen. Zo ontdekte ik de feministische afdeling."

"Ik begon auteurs als Nawal El Saadawi, Alice Walker, Germaine Greer, Ariel Levy, etc. te lezen, en maakte zo kennis met het feminisme. Ik was het van meet af aan helemaal eens met heel wat van de gedachten van deze schrijfsters. Het precieze moment waarop ik mezelf feministe ben beginnen noemen, herinner ik me echter niet meer.”

vrijdag 8 maart 2013

"Mensen denken vaak dat ik geen rationeel denkend wezen zou zijn omdat ik een hoofddoek draag"

Het interview met Samira Azabar, door Tinne Destrooper, verscheen deze week online op De Wereld Morgen binnen het kader van 'de week van het feminisme'.

Er gaat geen dag voorbij of er verschijnt wel ergens een opiniestuk, debat of artikel over de plaats van de islam in onze samenleving. Met name de rol van de vrouw, de toelaatbaarheid van de hoofddoek en de houding van moslimmannen jegens vrouwen vulden reeds vele pagina’s.

foto door Jonas Vincken

Islamitische vrouwen worden in deze discussies echter vaak doodgezwegen. Een zonde voor elk medium dat zichzelf democratisch noemt en een gemis voor ons allen, zo blijkt uit het interview met de bevlogen – en gesluierde - feministe Samira Azabar.

Samira Azabar is vormingsmedewerkster bij VZW Motief (www.motief.org). Haar profiel van uitgesproken islamitische feministe roept meteen de vraag op hoe haar geloof haar interpretatie van feminisme beïnvloed heeft.

Azabar: “Toen ik opgroeide, worstelde ik met veel vragen. Mijn ouders zijn eerste generatie en als jongere zie je dat bepaalde zaken binnen je eigen cultuur helemaal normaal gevonden worden, terwijl je je tegelijk in een andere a-religieuze context beweegt. Als jongere word je daarop bevraagd. Op dat moment probeer je te kijken waar je inspiratie ligt. In sommige situaties voelde ik mij bijvoorbeeld meer aangesproken in mijn moslim-zijn, in andere in mijn vrouw-zijn. Het is een moeilijke oefening om die twee te combineren in verschillende contexten."

"Media bemoeilijkten dit proces ook. In de media werd de islam vaak voorgesteld als niet democratisch, niet vrouwvriendelijk en al helemaal niet emancipatorisch. Dat was voor mij een reden om me te gaan verdiepen in mijn islamitische roots. De islam die ik in mijn opvoeding had leren kennen was anders dan de voorstelling in de media. De islam die ik had leren kennen was intrinsiek democratisch, en zelfs feministisch. Mijn zoektocht leidde me naar emancipatorische elementen binnen de islam, omdat deze nooit aan bod komen in het dominante discours in deze samenleving."

woensdag 6 februari 2013

Feminisme en seksualiteit: nieuw driemaandelijks thema



Artworks by Marlene Dumas

Op het gebied van het omgaan met vrouwelijke, mannelijke, heteroseksuele en vormen van niet-heteronormatieve seksualiteit is de afgelopen decennia heel wat veranderd, wellicht zowel ten goede als ten kwade. Welke evoluties deel uit maken van een negatieve ontwikkeling, en welke van een positieve, is uiteraard voor interpretatie vatbaar. Gender en seksualiteit blijven dan ook onderwerpen van discussie en onderzoek, binnen de vrouwenbeweging alsook op feministisch academisch vlak.

We zouden bijvoorbeeld kunnen stellen dat er vandaag de dag meer open gesproken kan worden over seksualiteit. Meisjes en jonge vrouwen durven meer en meer uiting geven aan hun seksuele gevoelens en verlangens. Is dit een positieve ontwikkeling of niet? Gelijkheid of gelijkwaardigheid van vrouwen en mannen is immers op dit gebied niet bereikt. Zo kennen we nog altijd dubbele standaarden en houdingen als het gaat om de seksualiteit van vrouwen en mannen. Wanneer een jonge vrouw zich dezelfde seksuele vrijheid permitteert als haar mannelijke leeftijdsgenoten, dan wordt zij vaker bestempeld als hoer of slet. Veelvuldige seksuele contacten – en het verbaal opscheppen hierover – lijkt voor jonge mannen eerder bij te dragen aan hun mannelijkheid en imago. Hoe gevaarlijk deze opdeling is tussen 'goede' en 'foute' vrouwelijke seksualiteit blijkt bijvoorbeeld uit de recente aandacht voor de 'Antwerpse hoeren' pagina op Facebook. Wanneer meisjes en vrouwen om een of andere reden in de categorie 'hoer' belanden, kan dat leiden tot uitsluitende praktijken met alle gevolgen van dien voor het alledaags leven en welzijn van de betrokken personen. Belangrijk is bovendien om deze dubbele standaard te situeren binnen de context van heersende heteronormatieve idealen en praktijken. Ondanks het feit dat niet-heteroseksuele koppels op wettelijk vlak als gelijk aan heteroseksuele koppels worden beschouwd en het huwelijk voor zowel man-vrouw als man-man en vrouw-vrouw koppels open staat, worden we nog altijd van jongs af aan aan de hand van heteroseksuele romantische idealen gesocialiseerd. Dit heeft als resultaat dat heteroseksualiteit de norm is, en ander vormen van seksualiteit als ‘aparte’ en ‘afwijkende’ categorieën en praktijken worden opgevat en benaderd. Precies vanuit het bestaan van deze heteronormativiteit valt de uitsluiting van en soms zelfs geweld ten aanzien van holebi’s te verklaren.

Als het aankomt op gender en seksualiteit en de ontwikkelingen van de afgelopen decennia, spreken sommigen afkeurend over de verloedering van de zeden, anderen over de verwezenlijking van seksuele vrijheid en zelfbeschikking voor vrouwen en holebi’s, en weer anderen over de kolonisatie van seksualiteit door de markt – waar vrouwenlichamen worden ingezet om producten aan te prijzen en te verkopen. Vele invalshoeken kunnen worden genomen om de thematiek te bespreken en te analyseren. Binnen de feministische beweging valt er een grote diversiteit aan interpretaties en standpunten te bespeuren, die teruggaat tot wat sommigen benoemen als de ‘sex wars’ van de jaren ’80 en waarbij wel eens wordt gesproken van een strijd tussen anti-seks feministen en pro-seks feministen (die catogorieen bieden echter een verkeerd beeld van de werkelijkheid – weinig feministen zijn of waren immers gekant tegen seks op zich). Vragen als ‘Is pornografie vanuit feministisch standpunt per definitie verwerpelijk, of zijn er vormen van pornografie denkbaar die niet patriarchaal en onderdrukkend zijn?’ en ‘Is prostitutie inherent een vorm van patriarchale onderdrukking die bestreden moet worden, of niet?’ zijn nog altijd even controversieel en actueel. Het idee van 'sex wars' komt echter voort uit met name Amerikaanse literatuur. De West-Europese geschiedenis van feministische debatten over en praktijken rond seksualiteit ligt wellicht anders en kan dan ook andersoortige vragen op de voorgrond stellen. Waarschijnlijk is echter dat ze allen worden verbonden door de overkoepelende vraag naar wanneer en onder welke omstandigheden seksualiteit op het vlak van identiteit en praktijk al dan niet bevrijdend is.

Seksualiteit is echter niet alleen het domein van identiteit en handelingsmogelijkheden, maar ook dat van geweld. Zolang seksualiteit niet vrij is van geweld en ongelijke machtsrelaties, geldt bevrijding en vrijheid op dit vlak niet altijd en niet voor iedereen. Thema’s als verkrachting, sexual harassment op straat en op de werkvloer, gedwongen prostitutie, vrouwenhandel, vrouwonvriendelijke pornografie verschijnen vaak in politieke en publieke debatten. Feministische perspectieven worden daarbij echter – jammer genoeg – niet altijd meegenomen.

Door middel van dit driemaandelijkse thema hopen we de diverse feministische standpunten ten aanzien van seksualiteit in al haar aspecten en uitingen te belichten. We hopen vooral ook duidelijk te maken dat een eenduidig feministisch standpunt op deze kwesties niet bestaat. Ook willen we seksualiteit bespreken in haar samenhang met andere assen waarop de kritische machtsanalyses zich toespitsen, zoals gender, etniciteit, sociale klasse, burgerschap, religie.

Wie graag haar of zijn standpunt met betrekking tot dit thema wilt delen op deze blog: Bijdragen zijn zeer welkom! Ze kunnen worden opgestuurd naar: HendrikaPetronella.vandenBrandt@UGent.be of ellen.billiet@vub.ac.be
Door Nella en Ellen

donderdag 22 november 2012

De afwezigheid van mannen binnen gender- en vrouwenstudies. Het zoveelste gevolg van patriarchaal denken?

 

De voorbije dagen is er een heus debat ontstaan op de site van The Guardian en op talloze feministische Facebook-groepen naar aanleiding van een interessant artikel over mannelijke ondervertegenwoordiging in gender- en vrouwenstudies.

In dit artikel vraagt de Britse journaliste Zoe Strimpel – die onlangs zelf begon aan een Mphil-opleiding in genderstudies aan de universiteit van Cambridge – zich af waarom ze zo weinig mannelijke medestudenten heeft. Blijkbaar zijn er, in verhouding met het aantal vrouwelijke studentes, enorm weinig mannen die vakken volgen binnen gender- en vrouwenstudies in het Verenigd Koninkrijk, terwijl – en dit haalt Strimpel aan het begin van haar artikel mooi aan – er wel heel wat mannelijke professoren en assistenten zouden zijn die gendergerelateerde vakken doceren. Dit laatste klinkt inderdaad heel paradoxaal – en zelfs patriarchaal, als je tussen de lijnen leest: betekent dit dan dat mannen, ondanks hun numerieke ondervertegenwoordiging, zelfs in gender- en vrouwenstudies nog meer kans maken dan vrouwen om een doctoraats- en/of professorstitel te behalen? Zou het niet vreselijk ironisch zijn om in een vakgebied dat volgens de commentaren op The Guardian-site een matriarchaal, mannenhatend en ultraradicaal feministisch bolwerk is, quota voor vrouwen te moeten invoeren? 

Strimpel staat overigens niet alleen als het op deze observatie van masculiene onderrepresentatie aankomt: ikzelf ben tijdens mijn onderzoeksmaster gender and ethnicity studies zowel in Nederland als in de Verenigde Staten héél weinig mannelijke medestudenten tegengekomen. Maar dat geldt evenzeer voor mannelijke docenten: hoewel ik tijdens mijn vorige studies wijsbegeerte voornamelijk les kreeg van (overigens redelijk sympathieke) leden van the Good Ol’ Boys’ club, heb ik de afgelopen twee jaar geen enkele mannelijke genderstudies professor van dichtbij gezien.

Maar ik vraag me – in tegenstelling tot Zoe Strimpel – niet af of ik deze hele problematiek erg, vervelend, of leuk dien te vinden: deze discussie heeft voor mij namelijk weinig met persoonlijke emoties te maken, maar net alles met een patriarchale logica die zelfs – weliswaar op een heel inventieve wijze – binnen het domein van gender- en vrouwenstudies zijn weg heeft gevonden. Zowel de mannelijke, blanke student uit de middenklasse die meent geen enkel belang te hebben bij het volgen van gendergerelateerde vakken, net omdat zijn subjectspositie in onze samenleving gewoonweg nooit bevraagd wordt vanwege diens normativiteit en superioriteit, als de mannelijke potentiële student die uit angst voor homofobe en minachtende uitlatingen maar voor een minder subversief onderzoeksdomein kiest, zijn duidelijk het slachtoffer van dit patriarchale, seksistische en heteronormatieve denken. En deze problematiek is minstens even belangrijk en relevant als die van de onderrepresentatie van vrouwen in de zogezegde ‘minder gefeminiseerde’ academische domeinen. Beide vormen van ondervertegenwoordiging worden namelijk door dezelfde patriarchale culturele logica in stand gehouden – een denken en handelen dat niettemin doorbroken kan worden mits wat verdere bewustwording en feministische reflectie.

Vandaar ook deze volgende slotvraag om de discussie wat te openen: met wat voor concrete acties zouden we tot een beter genderevenwicht kunnen komen in alle academische en wetenschappelijke richtingen en domeinen?

 

woensdag 1 augustus 2012

Feministisch Kruispuntdenken, Witheid en een Feminisme voor de Toekomst.


Sinds het vroege begin van vrouwenstudies – later vaak omgedoopt tot genderstudies – hebben vrouwen van minderheden opgroepen tot het ontwikkelen van meer inclusieve modellen die de complexiteit van de sociale realiteit en van hun ervaringen in acht nemen. De Afro-Amerikaanse advocate Kimberle Crenshaw was de eerste die met de term intersectionality kwam. In het Nederlands wordt deze term vaak vertaald met ‘kruispunt’ en ‘kruispuntdenken’. Crenshaw doelde op het vormen van een theoretisch perspectief dat aandacht heeft voor sociale kruispunten. Zij deed dat door te erkennen dat zwarte vrouwen in de V.S. tegelijkertijd verschillende posities opnemen binnen structuren van racistische en seksistische onderdrukking. Zwarte vrouwen krijgen immers te maken met discriminaties op basis van hun raciale identiteit, maar ook op basis van hun vrouw-zijn. Ze staan dus, in de termen van Crenshaw, op het kruispunt van racisme en seksisme (1989).




In Nederlandse academie legt Gloria Wekker continu de aandacht op het kruispuntdenken. Zij suggereert om de werkingen van gender en etniciteit consequent te bekijken en te onderzoeken wat betreft de manier waarop dat zij op elkaar inwerken. Ze stelt dat een solide theoretisch raamwerk, dat poogt de sociale realiteit te vatten, rekening moet houden met de gelijktijdige werking van gender, etniciteit, klasse en seksualiteit. Gender en etniciteit is voor haar de meest relevante combinatie die diepgaande analyse behoeft. Gender en etniciteit functioneren op het niveau van structuren, praktijken en processen, die de realiteit zoals wij die kennen diepgaand structureren. Ofwel, gender en etniciteit geven betekenis aan de realiteit op het persoonlijke, symbolische en maatschappelijke niveau (2002). Zo kunnen we individuele ervaringen en trajecten, media en beeldvorming, maar ook de werking van overheid, bedrijven en organisaties kritisch tegen het licht houden met een analytische focus op gender en etniciteit.