Posts tonen met het label maatschappelijke druk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label maatschappelijke druk. Alle posts tonen

vrijdag 21 september 2012

Temple Grandin

 


Bovenstaande fragmenten komen uit de film die gemaakt werd over het leven van Temple Grandin. Op jonge leeftijd werd Temple gediagnosticeerd met autisme, in een tijd waarin de aanbevolen ‘behandeling’ bestond uit institutionalisering. Door de intensieve begeleiding die haar moeder op poten zette in de hoop haar dochter uit haar isolement te halen, leerde Temple tegen alle verwachtingen in spreken, en was ze in staat regulier onderwijs te volgen. Temple ontwikkelde een diepe passie voor wetenschap, technologie en dieren. Op dit moment is ze professor aan de Colorady State University, en een veelgevraagd expert inzake autisme en dierengedrag. Daarnaast staat ze bekend voor haar voortdurende pleidooi voor een meer humane behandeling van het vee in slachthuizen.

Wat is nu de relevantie van deze biografische film voor een feministische blog? Om te beginnen geeft deze verfilming inzicht in de strijd die vrouwen hebben moeten voeren om een voet tussen de deur te krijgen in traditioneel mannelijke vakgebieden, zoals slachthuizen. Enkele voorbeelden: als onderzoeksstudente werd Grandin de toegang tot de ranch waar ze observaties wilde verrichten geweigerd (‘women not allowed’), en gaan de reacties van de mannen aldaar van ridiculisering en seksistische opmerkingen tot extreem pestgedrag (denk aan de scène met de stierentestikels op Grandin’s auto). Haar doorzettingsvermogen inspireert en roept bewondering op, temeer daar zij naast discriminatie op basis van geslacht ook te kampen heeft met hindernissen ten gevolge van haar autisme.

Temple Grandin fungeert daarnaast als potentieel rolmodel voor de vele vrouwen die net als zij niet passen binnen het beeld van de stereotypische vrouw. Met uitzondering van haar buitengewone affectie voor dieren, stroken bijzonder weinig van Grandin’s interesses met het beeld dat indertijd heerste van een 'échte' vrouw. Sociale relaties zijn allesbehalve Grandin’s prioriteit, ze heeft geen behoefte aan een liefdesrelatie of aan moederschap, is amper geïnteresseerd in haar uiterlijke verschijning, en verveelt zich dood bij het bekijken van films waar romantiek of emotionaliteit in voorkomt (science fiction is meer haar ding). Er zijn talloze meisjes en jonge vrouwen die heel wat gemeen hebben met Grandin, met name wat betreft de passie voor technologie en wetenschap, en vaak ook het relatieve gebrek aan interesse in sociale contacten. De mannelijke geeks en nerds worden doorgaans getolereerd (‘jongens hebben nu eenmaal minder sociale vaardigheden dan meisjes,' denkt men dan), maar de vrouwen in kwestie worden maar al te vaak bekeken als waren ze buitenaardse wezens. Tot de tijd waarin de heersende verwachtingen over vrouwelijkheid vervaagd zullen zijn, en ook meisjes zonder vreemde blikken het geekdom kunnen omarmen, zijn het onder meer biografische verhalen als dat van Temple Grandin die hen de zo broodnodige alternatieven voor het traditionele vrouwbeeld tonen.   

Hier kan de hele film bekeken worden (lage kwaliteit).

vrijdag 31 augustus 2012

“You only don’t dare to wear skirts and dresses because your dads don’t dare to either.”

 
Nils Pickert en zijn zoontje 
 
Nils Pickert schrijft:
“Yes, I’m one of those dads, that try to raise their children equal. I’m not one of those academic daddies that ramble about gender equality during their studies and then, as soon as a child’s in the house, still relapse into those fluffy gender roles […] Thus I am, I know that by now, part of the minority that makes a fool of themselves from time to time. Out of conviction.

In my case that’s because I didn’t want to talk my son into not wearing dresses and skirts. He didn’t make friends in doing that in Berlin already and after a lot of contemplation I had only one option left: To broaden my shoulders for my little buddy and dress in a skirt myself. After all you can’t expect a child at pre-school age to have the same ability to assert themselves as an adult. Completely without role model. And so I became that role model. 
 
[Now] he’s simply smiling, when other boys (and it’s nearly always boys) want to make fun of him and says: “You only don’t dare to wear skirts and dresses because your dads don’t dare to either.” That’s how broad his own shoulders have become by now. And all thanks to daddy in a skirt.”
 

(Klik hier voor de originele versie, en hier voor de vertaling. Nog twee interessante artikels over dit onderwerp: 'Genderless Baby's Mother Responds To Media Frenzy' en 'My life as a man in a skirt')

Wie op het internet ‘my son wants to wear a dress’ intypt, wordt geconfronteerd met een eindeloze reeks hulpkreten van verwarde ouders die zich afvragen hoe ze moeten omgaan met situaties als die waarin de schrijver van bovenstaand artikel zich bevond. Maar al te vaak worden de getuigenissen van deze ouders onthaald met reacties die bestaan uit opsommingen van mogelijke oorzaken (homoseksualiteit, een afwezige vader, transseksualiteit, etc.), of met de ‘geruststellende’ mededeling dat alle kinderen er nu eenmaal van houden zich te verkleden, en ze er wel uit zullen groeien. Al deze reacties hebben gemeenschappelijk dat ze er van uitgaan dat er iets inherent ‘verkeerds’ is aan een jongen of man die een rok of kleedje draagt, en de meeste Westerlingen delen deze vooronderstelling.
 
Als we echter wat verder kijken dan onze neus lang is, zien we dat in talloze landen een man met een kleed of rok de normaalste zaak van de wereld is; een blik in een geschiedenisboek leert ons hetzelfde. De overtuiging dat het dragen van een rok niet te combineren valt met man-zijn, is een even historisch contingent gegeven als de nog maar zeer recent opgeheven taboe die vastkleefde aan vrouwen die een broek droegen.  
 
We zouden de jongens in kwestie dus moeten aanmoedigen en toejuichen, in plaats van hen het gevoel te geven dat ze abnormaal zijn, of hen meteen in allerlei hokjes te duwen. Deze kinderen tonen ons dat een wereld waarin genderstereotypen niet meer beperkend werken op de keuzevrijheid en zelfexpressie van vrouwen én mannen verder weg is dan velen graag zouden willen geloven.
 
 

vrijdag 10 augustus 2012

Relatiepolitiek - een zaak voor feministen

Aan het begin van mijn studententijd kreeg ik mijn eerste relatie. Het was een prachtige tijd. De hormonen gierden door mijn lijf. Voor het eerst vond een jongen mij aantrekkelijk en trok ik dusdanig zijn aandacht – gewoon door mezelf te zijn, ik wist niet eens hoe dat moest, flirten! – dat hij er alles aan deed om mij te leren kennen. En weet je wat zo bijzonder was, hij trok in een collegezaal met zeker 200 andere studenten, ook direct mijn aandacht. Zijn zachte, zorgzame uitstraling, zijn dromerige blik, zijn lange rebelse haar… Het was liefde op het eerste gezicht. Na een heldhaftige actie van zijn kant (“hoe ging je tentamen?”), een lange MSN sessie en een paar afspraakjes later, waren we een stel. Voor het eerst telde ik ook mee, voor het eerst was ik eens ‘normaal’, hoefde ik mij niet meer te verantwoorden over mijn tot dan toe ontbrekende liefdesleven. Als ik nu vele feministische jaren later terugkijk, voelde ik mij daar toen al niet goed over – dat ik pas écht iemand was van mijn leeftijd als ik de nodige ervaring had, en aandacht kreeg, op liefdesgebied. Ik wilde gezien en gewaardeerd worden voor wie ik was, met of zonder relatie. Ik had toch verdorie geen man nodig om mijn jonge, vrouwelijke status te bevestigen?

In mijn tweede en derde studiejaar kwam ik in aanraking met vrouwenstudies en kritische theorie. De colleges hierover ervoer ik als een waar feest. Als een spons probeerde ik alle informatie en nieuwe inzichten te absorberen. Vooral het gedachtegoed van Michel Foucault vond ik interessant. Zijn theorieën bleken bovendien heel bruikbaar voor het analyseren van mijn eerdere ervaringen.

woensdag 25 juli 2012

Een metaforische middelvinger aan maatschappelijke conventie


Ik ben een feministe en daarom scheer ik me niet. Allez… ik scheer mijn oksels en benen wel eens… zo af en toe… wanneer ik weet dat ik de volgende vierentwintig uur enigszins uit de kleren zal gaan. Maar dan alleen als het publiekelijk is of in het gezelschap van mensen waarbij ik me niet honderd procent op mijn gemak voel… dus eigenlijk impliceert dat iedereen behalve naaste familieleden. Maar ik ben wel vrij laks. Hoewel ik dat waarschijnlijk alleen maar ben omdat ik eigenlijk best weet dat mijn lichaamsbeharing van die aard is dat het nagenoeg onzichtbaar blijft – al had het een lengte waarin je vlechtjes kan leggen. Dus ik ben dan wel een feministe, ik scheer me toch betrekkelijk regelmatig. Niettemin kijk ik ontzettend op naar vrouwen die zich niet scheren en zo maatschappelijke conventie de middelvinger tonen.

Maar eigenlijk zou het geen éne jota uit mogen maken of iemand scheert of niet. Dit maakt een mens ook niet meer of minder feminist. Protesteren tegen de maatschappelijke druk om lichaamsbeharing te verwijderen door van vrouwen te eisen vooral van hun haren af te blijven, zou de ene claim op het lichaam alleen maar vervangen door een andere. Op die manier wordt er nog steeds aan vrouwen vertelt wat zij met hun lichaam dienen te doen. Het zijn veelal vrouwenlichamen die publiekelijk worden bekritiseerd. En daarbij worden de individuele keuzes van vrouwen al te vaak genegeerd. Of het nu gaat om de geseksualiseerde skimpy outfits van ‘de jeugd’ of het dragen van een hoofddoek. We dienen in te gaan tegen die collectieve obsessie met ons lichaam.

Maar dit weerhoudt me er niet van de eigen scheerpraktijken kritisch te bekijken. Zelf vind ik het uitermate vreemd dat ik enerzijds opkijk naar vrouwen die zich niet scheren en anderzijds toch de nood voel om dat onzichtbare beetje haar van tijd tot tijd te verwijderen. En dat ik die noodzaak voel, is natuurlijk geen individuele kwestie. Werd ik geboren in een andere tijd en ruimte, dan was er vast geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht.

Door me te scheren, maak ik het voor andere vrouwen bovendien lastiger om zich niet te scheren. Dat ik bijdraag aan ‘de norm’ frustreert me mateloos. Kiezen voor de makkelijke optie geeft me soms het gevoel een zwakkeling te zijn. En weemoedig denk ik aan al die verloren tijd en energie. Maar scheren maakt niemand zwak. Bovendien weet ik dat hier net de sterkte van mijn feministisch engagement ligt. Ik voel aan den lijve hoe maatschappelijke conventie op mijn lichaam inwerkt. Hoe ik worstel, maar er niet in slaag te ontsnappen.

Al scherend denk ik na over het waarom van mijn scheren. Waarom is het überhaupt zo belangrijk om identiteit te etaleren op ons huidoppervlak? Waarom kan het al dan niet scheren een statement zijn? Waarom is het verdomd moeilijk om te weten wat nu werkelijk ‘lekker mijn eigen zin doen’ is? Ik mag dan achterblijven in de praktijk, bij deze toch alvast een metaforische middelvinger aan de maatschappelijke conventie.

vrijdag 20 juli 2012