Simone de Beauvoir & Jean Paul Sartre |
Relatievorming is absoluut een zaak voor feministen, en is dat al van oudsher geweest. Kritische denkers van verschillende achtergronden deconstrueerden de romantische idealen rond monogamie en het huwelijk die hun oorsprong vinden in milieus van de Europese blanke bourgeoisie van de 18de en 19de eeuw. Ze wezen op de machtscontext waarin ideeën over romantiek en het ideale huwelijk werden geformuleerd en klaagden het feit aan dat de praktische juridische en beleidsmatige uitvoering ervan veelal vrouwen en meisjes in een ondergeschikte en afhankelijke positie plaatse ten opzichte van de mannelijke partner – de realiteit in Westerse landen tot ver in de 20ste eeuw. Blanke middenklasse feministen, zoals de Amerikaanse Betty Friedan (1963) en de Nederlandse Joke Kool-Smit (1967), bekritiseerden de afhankelijke conditie van ‘de vrouw’ binnen het huwelijk en de man-vrouw rolverdeling daarbinnen omdat het vrouwen niet toeliet zich te ontwikkelen als opgeleide en zelfstandige individuen. Zwarte feministen, zoals Frances Beal (1969), compliceerden het generaliserende discours door te wijzen op de specifieke situatie van zwarte en arme vrouwen, die vaak niet de luxe van het burgerlijk huwelijk kenden, maar er veelal wel van droomden en naar streefden.
Waar de vrouwenbeweging van de tweede golf succesvol heeft gestreden voor juridische gelijkschakeling van man en vrouw binnen het huwelijk, heeft het ook bijgedragen aan een culturele omslag met de vermenigvuldiging van mogelijke (officiële) relatievormen en de relatieve normalisering ervan, en aan een verminderd stigma voor vrouwelijke singles. Bekend zijn de verhalen van feministische denkers en activisten die hun feministische overtuigingen koppelden aan praktische relatiepolitiek en daarmee toonden hoe relatievormen buiten het heteronormatieve ideaal eruit konden zien. Simone de Beauvoir en Jean-Paul Sartre fungeren vaak als klassiek – en geromantiseerd – voorbeeld van een ongebonden, gelijkwaardige en niet-monogame liefde. Anja Meulenbelt beschreef in De schaamte voorbij (1976) de manier waarop zij haar feministische engagement door de jaren heen leefde, zowel in de politieke arena als op het vlak van romantische en seksuele relaties, en was hiermee een inspiratiebron voor vele andere vrouwen.
Toch zien we dat ondanks deze strijd en veelzijdigheid aan feministische voorbeelden, voor velen vandaag de dag de monogame relatie van een heteroseksueel koppel nog altijd de norm is en dat andere relatievormen als ‘anders’ en afwijkend worden beschouwd. Judith Butler leerde ons in Gender trouble (1990) dat heteronormativiteit een structureel kenmerk is van de Westerse samenleving. Heteronormativiteit verbeeldt een harmonieuze monogame relatie waarin man en vrouw elkaar aanvullen door hun ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ eigenschappen die uiting vinden in gender specifieke rollenpatronen. Nog altijd zorgt onze socialisatie van jongs af aan – door middel van sprookjes, speelgoed, films, media, onderwijs, maar ook het politieke idee van het gezin als de hoeksteen van de samenleving gebaseerd op het kostwinnersmodel – dat heel wat vrouwen en meisjes (of hun ouders) dromen van de zogenaamde prins op het witte paard die hun hart komt veroveren en voor altijd voor hen zou willen zorgen. In onze West-Europese context heeft een ieder van ons dit traditionele witte, middenklasse heteronormatieve ideaalbeeld in meer of mindere mate geïnternaliseerd.
In onze huidige multiculturele samenleving worden natuurlijk op allerlei vlakken al – al dan niet bewust subversief – romantische relaties gevormd die afwijken of zelfs weinig meer te doen hebben met het heteronormatieve romantische ideaal. De eerste blog Relatiepolitiek is een mooi voorbeeld van een feminist die in denken en doen bewust de grenzen van maatschappelijke normen rond relaties opzoekt en verkent en doelt op het bloot leggen en bespreekbaar maken van de disciplinerende effecten van heteronormativiteit. Het is theorie en activisme in de traditie van voorgangers als Simone de Beauvoir en Anja van Meulenbelt, en ik zou zeggen: dan bevind je je toch in stimulerend en inspirerend gezelschap.
Relatievorming is absoluut een zaak voor feministen, en is dat al van oudsher geweest. Kritische denkers van verschillende achtergronden deconstrueerden de romantische idealen rond monogamie en het huwelijk die hun oorsprong vinden in milieus van de Europese blanke bourgeoisie van de 18de en 19de eeuw. Ze wezen op de machtscontext waarin ideeën over romantiek en het ideale huwelijk werden geformuleerd en klaagden het feit aan dat de praktische juridische en beleidsmatige uitvoering ervan veelal vrouwen en meisjes in een ondergeschikte en afhankelijke positie plaatse ten opzichte van de mannelijke partner – de realiteit in Westerse landen tot ver in de 20ste eeuw. Blanke middenklasse feministen, zoals de Amerikaanse Betty Friedan (1963) en de Nederlandse Joke Kool-Smit (1967), bekritiseerden de afhankelijke conditie van ‘de vrouw’ binnen het huwelijk en de man-vrouw rolverdeling daarbinnen omdat het vrouwen niet toeliet zich te ontwikkelen als opgeleide en zelfstandige individuen. Zwarte feministen, zoals Frances Beal (1969), compliceerden het generaliserende discours door te wijzen op de specifieke situatie van zwarte en arme vrouwen, die vaak niet de luxe van het burgerlijk huwelijk kenden, maar er veelal wel van droomden en naar streefden.
Waar de vrouwenbeweging van de tweede golf succesvol heeft gestreden voor juridische gelijkschakeling van man en vrouw binnen het huwelijk, heeft het ook bijgedragen aan een culturele omslag met de vermenigvuldiging van mogelijke (officiële) relatievormen en de relatieve normalisering ervan, en aan een verminderd stigma voor vrouwelijke singles. Bekend zijn de verhalen van feministische denkers en activisten die hun feministische overtuigingen koppelden aan praktische relatiepolitiek en daarmee toonden hoe relatievormen buiten het heteronormatieve ideaal eruit konden zien. Simone de Beauvoir en Jean-Paul Sartre fungeren vaak als klassiek – en geromantiseerd – voorbeeld van een ongebonden, gelijkwaardige en niet-monogame liefde. Anja Meulenbelt beschreef in De schaamte voorbij (1976) de manier waarop zij haar feministische engagement door de jaren heen leefde, zowel in de politieke arena als op het vlak van romantische en seksuele relaties, en was hiermee een inspiratiebron voor vele andere vrouwen.
Toch zien we dat ondanks deze strijd en veelzijdigheid aan feministische voorbeelden, voor velen vandaag de dag de monogame relatie van een heteroseksueel koppel nog altijd de norm is en dat andere relatievormen als ‘anders’ en afwijkend worden beschouwd. Judith Butler leerde ons in Gender trouble (1990) dat heteronormativiteit een structureel kenmerk is van de Westerse samenleving. Heteronormativiteit verbeeldt een harmonieuze monogame relatie waarin man en vrouw elkaar aanvullen door hun ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ eigenschappen die uiting vinden in gender specifieke rollenpatronen. Nog altijd zorgt onze socialisatie van jongs af aan – door middel van sprookjes, speelgoed, films, media, onderwijs, maar ook het politieke idee van het gezin als de hoeksteen van de samenleving gebaseerd op het kostwinnersmodel – dat heel wat vrouwen en meisjes (of hun ouders) dromen van de zogenaamde prins op het witte paard die hun hart komt veroveren en voor altijd voor hen zou willen zorgen. In onze West-Europese context heeft een ieder van ons dit traditionele witte, middenklasse heteronormatieve ideaalbeeld in meer of mindere mate geïnternaliseerd.
In onze huidige multiculturele samenleving worden natuurlijk op allerlei vlakken al – al dan niet bewust subversief – romantische relaties gevormd die afwijken of zelfs weinig meer te doen hebben met het heteronormatieve romantische ideaal. De eerste blog Relatiepolitiek is een mooi voorbeeld van een feminist die in denken en doen bewust de grenzen van maatschappelijke normen rond relaties opzoekt en verkent en doelt op het bloot leggen en bespreekbaar maken van de disciplinerende effecten van heteronormativiteit. Het is theorie en activisme in de traditie van voorgangers als Simone de Beauvoir en Anja van Meulenbelt, en ik zou zeggen: dan bevind je je toch in stimulerend en inspirerend gezelschap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten