donderdag 22 november 2012

Vrouwelijke genitale verminking, een dagelijkse realiteit voor duizenden kinderen



 

Ga even terug met mij, naar je negende levensjaar. Elke dag weer opstaan met een glimlach, weer eens een dag waarin je ten volste kind kan zijn, spelen tot je kleine beentjes het begeven. Elke dag weer een onbeschreven wereld vol met nieuwe prikkels en wonderen. Tot die dag. De dag die alles veranderd. De dag waar heel je familie zo naar uitgekeken heeft. De dag dat je brutaal zal worden verminkt op de meest intieme plaats van je lichaam.

Mijn inleiding zal veel westerlingen shockeren en zelfs walging of afschuw opwekken. Maar voor 140 000 kinderen uit Oost-Afrika is het bovenstaande gedachten-experiment een dagelijkse realiteit. Vele leden van hun samenleving beschouwen deze praktijk zelfs als een zeer prestigieuze en hoogstnoodzakelijke aangelegenheid. Het is een problematiek die nog altijd actueel is en waar wij westerlingen niet graag oor voor hebben gezien het gruwelijke karakter ervan.


 




Een woordje uitleg voor zij die niet bekend zijn met het fenomeen vrouwelijke genitale verminking (VGV), de vroegere vrouwenbesnijdenis. In sommige landen (Sudan, Guinea, Egypte, Somalië, om er maar enkele op te noemen) streeft men zeer rigide kuisheids-regels na. Seks voor het huwelijk is er een maatschappelijke schande en het voorkomen ervan een absolute prioriteit. Om dit te bewerkstelligen nemen veel ouders de beslissing om de geslachtsdelen van hun vrouwelijke erfgenamen “onbeschikbaar” te maken of het genot dat deze brengen te vervangen door pijn. Concreet betekent dit het volledig/gedeeltelijk wegsnijden van de schaamlippen en clitoris of het dichtnaaien van 85% van de vulva.

Het hoeft geen diepgaande analyse om tot de conclusie te komen dat dit soort verminking zowel lichamelijk als psychologisch enorm veel schade toebrengt aan haar slachtoffers. Onder deze schade vallen onder meer regelmatige ontsteking aan de urinewegen, moeizame bevalling, chronische pijn in de onderbuik, pijnlijke seksuele omgang en de angst voor seksualiteit die ermee gepaard gaat. Maar ook het feit dat deze procedure vaak op zeer jonge leeftijd (onder de 14 jaar), zonder verdoving en in slechte hygiënische omstandigheden plaatsvindt verhoogd de kans op een HIV-infectie en induceert bij vele meisjes PTSS (zie link).

De Belgische en Nederlandse wetgeving is dan ook zeer strikt met betrekking tot deze problematiek. Kennis hebben van, meewerken aan of het zelf uitvoeren van VGV worden gezien als strafbare feiten waar tot 12 jaar gevangenisstraf op staat. Het is zelfs mogelijk om politiek asiel aan te vragen indien men in het land van herkomst gedwongen wordt VGV te ondergaan. In de landen waar VGV vaak voorkomt wordt er door de V.N. tevens actief campagne gevoerd om deze mensonwaardige mishandeling de wereld uit te helpen, de resultaten van deze campagnes zijn echter beperkt.

Het grootste probleem waar hulpverleners in Oost-Afrika mee geconfronteerd worden is, net zoals bij de uithuwelijking van kinderen, maatschappelijke druk. Met betrekking tot sociale status komt, in landen als Sudan, het niet verminken van de genitaliën van je vrouwelijk nageslacht neer op ze een vrijgeleide geven om seks te hebben voor het huwelijk. Meisjes die deze procedure niet hebben ondergaan worden dan ook makkelijk gestigmatiseerd als onkuis of zelfs hoer genoemd.

En hoewel het grootste deel van de bevolking zich bewust is van de uiterst schadelijke gevolgen van VGV, weegt de sociale druk meestal zwaarder door. Voor het bestrijden van deze problematiek is het dus van essentieel belang dat de culturele wortels die haar voeden worden verwijderd. Een moeilijke opgave gezien deze wortels niet altijd even duidelijk gedefinieerd zijn. 

Een voorbeeld: de Islam wordt vaak aangehaald als aanzetter tot VGV gezien veel Oost-Afrikaanse imams pleiten voor de toepassing ervan. Dit terwijl deze praktijk in het Midden-Oosten en Indonesië zo goed als onbekend is (met uitzondering van Egypte (91,1%*) en Yemen (38,2%*)).

Wat echter niet te betwijfelen valt, is dat één van de belangrijkste factor die aan de basis ligt van VGV de diepgaande ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is. In samenlevingen waar vrouwen beschouwd worden als passieve seksuele wezens en hun seksuele omgang sociaal - en dus niet individueel - bepaald wordt, is de stap naar VGV snel gezet. Het beste strijdmiddel tegen dit soort praktijken is dan ook de emancipatie van de vrouw. Zodat zij vrijelijk kunnen uiten hoe zwaar zij fysiek en mentaal geleden hebben onder hun verminking. Zodat zij kunnen opkomen voor hun seksuele rechten en benadrukken dat ook zij seksuele verlangens hebben. Maar voornamelijk zodat zij hun nageslacht kunnen beschermen tegen deze misdaad die tegen hen is begaan.

Informatieve links:

http://www.who.int/reproductivehealth/topics/fgm/prevalence/en/index.html


* Recentere cijfers dan diegene aangegeven in de wereldkaart
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten