Gister vertelde een jong familielid mij dat ze niet van bikini’s houdt, en daarom maar heel weinig gaat zwemmen of naar het strand gaat. Ze zei dat een bikini net voelt alsof je ‘in je ondergoed loopt’. Haar verhaal staat niet op zichzelf. Al vaker heb ik vriendinnen horen klagen over het discomfort van vrouwelijke badkleding. En zelf moet ik toegeven dat ik ook niet zo graag in een bikini over het strand loop.
Immers, badkleding voor vrouwen, met name voor jonge vrouwen en meisjes, zoals het vandaag de dag ontworpen wordt en in de winkels hangt, is erg weinig bedekkend. Met de populaire beeldvorming rond het ideale vrouwelijke lichaam, waar maar heel weinig vrouwen en meiden in de praktijk aan kunnen voldoen, wordt iedere onvolkomenheid genant en iets om te liever te verstoppen dan te vertonen. Vrolijk en onbezonnen met een bikini het water inspringen, is er ook niet echt bij. Je kunt het allemaal maar beter goed vasthouden, want het risico bestaat dat je al rondhuppend iets van je niemendalletje verliest. Erg stevig zitten de zogenaamd hippe bikini’s met al die frummeltjes en touwtjes namelijk niet. De jongedame die ik sprak, voelt zich er in ieder geval totaal niet comfortabel bij en besluit om dan maar liever niet in de zomer een frisse duik te gaan nemen. Ze was het helemaal eens met mijn voorstel om een actiegroep op te richten om de ontwerp van badpakken te eisen waar vrouwen wel zich prettig in voelen. Mannen kunnen toch wel fijne comfortabele en stoere zwembroeken-tot-op-de-knie aantrekken, waarmee ze naar hartenlust kunnen rond rennen en in het water springen, zonder dat ze de angst hebben hun broek te verliezen? Daarnaast hoeven ze zich ook niet zo’n zorgen te maken over billen of bovenbenen die niet helemaal aan het ideaal voldoen.
Uiteraard zou de roep om ‘normale’ badpakken niet los moeten staan van eisen voor realistische en diverse schoonheidsidealen. Want dat heel wat vrouwen zich niet prettig voelen in de badkleding die ons wordt aangeprezen door billboards en winkels, heeft niet veel met vrouwelijke preutsheid te maken. Ik denk dat het vooral te maken heeft met de schaamte niet helemaal te voldoen aan de onrealistische schoonheidsidealen waar vrouwen dag in dag uit mee geconfronteerd worden. En ook al beseffen we dat we ons eigenlijk niet veel zouden moeten aantrekken van het zogenaamde ideale vrouwenlichaam dat ons door de populaire cultuur wordt toegezongen en dat voornamelijk op de fantasie van mannen is gebaseerd, we doen dat toch. Maar is het niet van de gekke dat vrouwen zich en masse schamen en gaan diëten om in ‘zomerse’ vorm te zijn, in plaats van trots hun vrouwenlichamen in al hun prachtige diversiteit op het strand te tonen?
Natuurlijk heeft het toch ook te maken met de ambiguïteit die een rol speelt in discoursen rond vrouwenlichamen. Er wordt namelijk niet eenduidig gekeken naar en gesproken over vrouwelijke lichamelijkheid en seksualiteit. Waar aan de ene kant vrouwelijke seksualiteit nog altijd voor een deel taboe is en er een dubbele moraal geldt in vergelijking met mannelijke seksualiteit, worden anderzijds de lichamen en seksualiteit van vrouwen open en bloot besproken en getoond voor commerciële doeleinden. Vrouwen, oud en jong, moeten voor zichzelf een manier van denken en handelen bepalen en vormen binnen dit discursieve veld, waarin tegenstellingen eerder regel dan uitzondering zijn.
Vervolgens zei de jongedame iets waar ik even over moest nadenken. ‘Ja’, zei ze, ‘en dan zie ik christelijke meiden waarvan ik weet dat ze in het dagelijks leven enorm letten op hun kleding, of het wel netjes is, zonder teveel inkijk en zo. En die zie ik dan met van die niemendalletjes het water inspringen! Daar begrijp ik nu echt niets van!’
Voor mijn gevoel was dit een wat vreemde opmerking waar ik niet zo snel op wist te reageren. Waar ze eerst zelf klaagde over het feit dat het als jonge vrouw niet prettig is te voelen dat jouw lichaam bekeken en gekeurd wordt naar de norm van het ideale vrouwenlichaam, bekeek en keurde ze nu zelf ook het gedrag van christelijke jonge vrouwen wat betreft hun kleding en lichamelijkheid. Dit vormt een interessante link met de blog Een metaforische middelvinger aan maatschappelijke conventie door Marjolein van Bavel. Kritiek hebben op normen rond de lichamen van vrouwen is een ding, maar er in de praktijk aan ‘ontsnappen’ is een tweede. Uiteindelijk kunnen we maar kritisch denken en doen binnen de discursieve kaders waarin we opgroeien en onze levens leiden. Creatief met de normen omgaan is mogelijk, er helemaal aan ontsnappen niet. De mens blijft een sociaal wezen, ingebed in een bepaalde historische en culturele context dat de mogelijkheden biedt voor ons denken, voelen en handelen.
Een tweede interessante link is die naar religie. De jongedame was expliciet kritisch naar het gedrag van christelijke jonge vrouwen toe, niet zozeer naar het gedrag van vrouwen in het algemeen. Duidelijk is dat ze, zelf overtuigd christelijk, de notie met zich meedraagt dat gelovige christelijke meiden op een bepaalde manier ingetogen moeten omgaan met hun lichaam, lichamelijkheid en seksualiteit. De opmerking was bevreemdend voor mij in de context van de bespreking van haar persoonlijke wrevel rond en ervaring met vrouwelijke badkleding. Waarom wist ik mij geen houding te geven op dit moment van het gesprek? Wellicht heeft het ermee te maken dat ik enerzijds haar religieuze visie op haar eigen vrouwenlichaam en op vrouwenlichamen in het algemeen wilde respecteren, en mij anderzijds wat ongemakkelijk voelde bij het viseren van christelijke vrouwenlichamen en de dubbele moraal waarmee ik dit associeer. In ieder geval is het een boeiend punt waar ons gesprek zeker nog eens op zal terugkomen en dat, wat mij betreft, om verdere uitdieping vraagt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten